Waarom het soms goed is om fouten te maken op je werk
Je geeft een presentatie voor een volle zaal en ineens ben je je tekst kwijt. Het is een scenario waarvan de meesten wakker kunnen liggen. We maken niet graag fouten en áls er iets misgaat, voelt dat als falen. Zonde, want als kind leerden we al: van fouten leer je. Hoe zit het precies met fouten maken op de werkvloer? Is dit juist slecht of leren we hier ook van?
Bij Google weten ze als geen ander: om te kunnen innoveren, is fouten maken belangrijk. Daarom reiken ze bij het megasuccesvolle techbedrijf jaarlijks de prijs voor grootste mislukking van het jaar uit. Het doel hiervan: bij werknemers de angst wegnemen om nieuwe dingen uit te proberen.
"Dat fouten voor ontwikkeling zorgen, lijkt een ontzettende open deur", zegt ook Remko van der Drift, die het Instituut voor Faalkunde oprichtte en boeken over het thema schreef. "Toch wordt er in de praktijk heel krampachtig over gedaan. Mensen zijn huiverig om fouten te maken en voelen de druk om perfect te moeten zijn. Als het gaat om competent zijn, bedoelen mensen: foutloos. Maar fouten maak je sowieso. Je bent competent als je daar op een faalkundige manier mee omgaat."
Wat dat volgens Van der Drift inhoudt? Dat je mild, accepterend en open kunt zijn naar falen. Jezelf en anderen niet afstraft op fouten en ze niet wegmoffelt, maar juist op de agenda zet. "Een mooi voorbeeld is de luchtvaart. In die sector worden - zonder aanziens des persoons - fouten onderzocht. Daardoor krijg je een lerende cultuur en mede daardoor is de luchtvaart zo veilig geworden."
Ook arbeid- en organisatiepsycholoog Arjan van Dam, die De kunst van het falen schreef, vindt dat we doorgaans te veel gericht zijn op goede prestaties leveren. "We concentreren ons op het eindresultaat, terwijl het minstens net zo effectief is je te focussen op ontwikkeling", zegt hij. "Daarnaast zorgt het laatste ervoor dat je er gelukkiger van wordt en minder gestrest bent. Met andere woorden: je floreert meer."
Leerdoelen helpen je verder
Dat presteren zo belangrijk is geworden, heeft deels te maken met een toekomst die minder zeker is, denkt Van Dam. Lange tijd was het werkende leven vrij overzichtelijk. Was je vader timmerman, dan werd jij dat ook. En als vrouw waren de kaarten bij je geboorte ook al geschud: het huishouden en een gezin draaiende houden werden je levensvervulling.
Die tijden zijn - gelukkig - veranderd: er zijn veel meer keuzemogelijkheden, maar de keerzijde daarvan is dat je continu moet laten zien wat je waard bent. "Mensen krijgen daardoor het gevoel dat ze alsmaar scherp moeten zijn. Dat ze continu moeten leveren zonder fouten te maken."
Een onmogelijke opgave, vindt de psycholoog. "Ik zou niet weten hoe mensen kunnen werken zonder ook maar een fout te maken. Als je dat van jezelf verlangt, zet je jezelf klem. Je gaat op safe spelen en de lol van je werk gaat eraf. Bij veel bedrijven moet je tegenwoordig doelen stellen. Dat is op zich niet slecht - ze kunnen je helpen om verder te komen in je werk - maar in plaats van prestatiedoelen, zou het meer om leerdoelen moeten gaan."
Ook goed voor de organisatie
Durven falen is niet alleen goed voor je eigen ontwikkeling, maar ook voor de organisatie. Zo leidt het tot meer innoverend vermogen en creativiteit, blijkt uit onderzoek. En laten dit nou net belangrijke capaciteiten zijn om als medewerker relevant te blijven voor de toekomst. Van Dam: "Lange tijd heerste het idee: je leert als je jong bent, maar alles duidt erop dat we permanent moeten blijven leren. Dat zou moeten betekenen dat je meer fouten mag maken, maar helaas is de foutentolerantie niet meegegroeid."
In een bedrijf waar het goed zit met de sociale veiligheid is dit wel het geval, zegt Van der Drift. "In een sociaal veilige organisatie durven mensen hun mond open te doen, wordt er feedback gegeven, luistert men naar elkaar en zijn fouten een natuurlijk onderdeel van leren en proberen."
Bron: https://www.nu.nl/werk/6145133/waarom-het-goed-is-om-fouten-te-maken-op-je-werk.html